Programma:
13 ééngezinswoningen
Opdrachtgever:
Vereniging Veenhof
Aannemer:
Dijkstra Draisma
Dertien opdrachtgevers hebben elkaar, een locatie en een architectenbureau gevonden om hun individueel optimale woning in een groene collectieve woonomgeving binnen het eigen budget te realiseren. Een ieder wil zelf bepalen hoe zijn woning eruit komt te zien en is zich bewust van de meerwaarde die collectief ontwikkelen en bouwen met zich meebrengt.
Op de voormalige Eimerslocatie aan de Veenweg is zofa betrokken geweest bij de ontwikkeling en uitwerking, zowel stedenbouwkundig als architectonisch, van 13 woningen.
Het project ligt aan de kop van de Veenweg en grenst aan de wijk het Hoornse Meer. De driehoekige locatie waar een voormalige verfgroothandel was gevestigd, is een schakelstuk tussen de lineaire structuur van de Veenweg in noordzuid richting en de geknikte wateras van de wijk het Hoornse Meer. De bebouwing aan de Veenweg stamt grotendeels uit de eerste helft van de vorige eeuw en is in latere periode incidenteel verdicht en aan beide achterzijden vergroeit met stadsuitbreidingen uit de jaren tachtig en negentig.
Stedenbouwkundig ontwerp
De korrelgrootte en het ritme aan de Veenweg worden in het ontwerp doorgezet, de geëigende ruimte tussen de woningen en de wisselingen ten opzichte van de rooilijn worden als leidraad genomen. Naar de oostzijde van de locatie wordt de schakeling van de wijk het Hoornse Meer voortgezet. De bouwhoogte sluit hierop aan en varieert van twee tot drie lagen. Zowel de Veenweg als de waterloop aan de oostzijde, zijn voorkant van het plan. De oriëntering van de woningen en de terreininrichting spelen hier op in.
Verschillend
In programmatische zin wordt ‘verschillend’ wonen gestimuleerd. Er is bewust gekozen voor een kubische opbouw van de volumes die het schakelen, uitbreiden en ‘zelf ontwerpen’ van de nieuwe woningen in het perspectief van particulier opdrachtgeverschap mogelijk maar tegelijkertijd beheersbaar maakt. De architectuur van het gehele project is hiermee op voorhand gedirigeerd maar laat veel variaties in de verdere ontwikkeling toe. Kleine afwijkingen van het bouwvolume binnen de privé-kavel maken hier deel van uit. Het groene karakter van de wijk en de orthogonale structuur komen als belangrijke dragers terug in de stedenbouwkundige opzet van het plangebied.
Camping
Als referentie is de vergelijking met de ruimtelijke opzet van een camping op zijn plaats. De woningen zijn als objecten op een ‘vrij veld’ geplaatst, deels vrijstaand deels geschakeld. Het terrein als totaal wordt benadrukt door een uniforme niet typisch stedelijke inrichting met grastapijt en rijstroken met daarnaast parkeerplaatsen van graskeien. De begrenzing van de kavels aan de Veenweg heeft een meer formeel karakter door bijna manshoge hagen, met daarin duidelijk zichtbaar een beperkt aantal toegangen. Het betreden van het gebied is op deze manier sterk voelbaar. De waterloop aan de oostzijde van het plangebied vormt een natuurlijke barrière, waar een rietkraag zowel de privacy van de woningen regelt als een formele tegenhanger van de haag aan de Veenweg is.
Architectonische uitwerking
Naast de ‘kubische’ volumes komt de materialisatie van alle woningen voort uit de beoogde onderlinge eenheid. Een plint van metselwerk variërend van heup- tot verdiepingshoogte meandert als een horizontaal lint door het plangebied. De gebruikte steen heeft een grove structuur, is antracietkleurig en wordt verwerkt in tegelverband met een terugliggende voeg. De metalen horizontale profielbeplating daarboven kent twee profielbreedtes die op soortgelijke wijze de verschillende woningen met elkaar in verband brengt. De kleur van de beplating is ten opzichte van de plint licht gehouden. De relatieve dichtheid in het plangebied wordt door de champagneachtige metallic kleur gecompenseerd. De reflectie van het daglicht en een merkwaardige absorptie van kleuren uit de omgeving versterkt dit.
Nuance
Het horizontale karakter in de materialisatie van het project is doorgezet tot in de detaillering. De baksteen is op de hoek van de woning onder verstek gezaagd en ook de golfen van de metalen gevelplaat lopen door middel van een schuine plaatbeëindiging de hoek om. De veelsoortige gevelopeningen worden uit de beplating in een scherp kader uitgesneden en zijn aanleiding om de profielhoogtes van de gevelbekleding te wisselen. De diversiteit in volumieke opbouw en de gevelcomposities van de afzonderlijke woningen worden hierdoor verbonden.