stedenbouwkundig plan
Het voormalig kantoor van Acantus wordt verbouwd en gedeeltelijk gesloopt waardoor het achterterrein toegankelijk wordt vanaf de Jacob Bruggemalaan. Het achterterrein, dat voorheen dienst deed als werf voor de onderhoudsdienst van Acantus, krijgt hiermee verblijfskwaliteit doordat de nieuwe appartementen aan de achterzijde een hof vormen. De hoofdentree is gesitueerd aan de straatzijde tussen de bestaande bebouwing en de nieuwbouw die hier in de straatwand aansluiting zoekt bij het ritme van volumes van 2 lagen met een topgevel. De nieuwe appartementen aan de achterzijde worden daarentegen voorzien van een plat dak waarbij het volume zich naar de belendende percelen aan de oost- en zuidzijde toe verjongt en onderdeel wordt van een erfafscheidende tuinmuur. Aan de zuid- en westzijde wordt de ruimtelijke markering van het gebied gecompleteerd door een manshoge haag waar binnen tevens de fietsenstalling wordt opgenomen.
architectonische uitwerking
De nieuwbouw is ten opzichte van de bestaande bebouwing onderscheidend uitgewerkt. Een plat afgedekt en donker gematerialiseerd tussenvolume vormt een schakel tussen de nieuwbouw aan de voorzijde, achterzijde en de bestaande bebouwing. De gevels van de nieuwbouw worden aan de buitenzijde voorzien van donkerrood metselwerk en aan het binnenhof en de buitengalerij aan de zuidzijde van gevelbetimmering van onbehandeld gemodificeerd vuren (Plato).
De metselwerk gevels van de bestaande bebouwing worden voorzien van een antraciet keimlaag en de ‘snede’ ontstaan na de gedeeltelijke sloop van onbehandeld gemodificeerd vuren.