Programma:
Operatiekamer van de toekomst
Context:
Manifestatie OK van de Toekomst
Initiatief:
UMCG, Centrum Zorg en Bouw en Platform GRAS
“Ontwerp een passende behandelfaciliteit voor een specifieke OK gerelateerde behandeling. Laat deze ‘losse OK unit’ op verschillende plekken landen en bezie hoe dit een zo optimaal mogelijke programmatische verrijking kan zijn van dorp, stad of landschap, al dan niet gecombineerd met andere zorgvoorzieningen”
Ontwerpopgave
De decentrale OK, OK in het veld.
Veranderende opvattingen over ontwikkelingen binnen de operatieve zorg laten een beweging van centralisatie naar decentralisatie en andersom zien. Daarnaast zijn er zijn er in de loop der jaren diverse OK functies losgeraakt van het ziekenhuis. Dit zijn vaak private klinieken die als een zelfstandige eenheid geheel los van het ziekenhuis kunnen functioneren.
Deze ontwerpopgave richt zich op de decentrale OK, het letterlijk uitplaatsen van de OK als zelfstandige eenheid. Hierbij wordt onderzocht welke gedaante de decentrale OK kan krijgen bij verschillende ruimtelijke en programmatische omstandigheden. Van inbedding in een dicht stedelijk weefsel tot autonoom object ‘op de hei’, of als toevoeging bij andere voorzieningen (bijvoorbeeld verpleeghuis of vakantiepark) en zelfs mobiel nood-OK in het veld. Het onderzoek richt zich echter niet zozeer op de omstandigheden zelf, maar onderzoekt vooral aan welke ruimtelijke en functionele voorwaarden de decentrale OK zelf moet voldoen.
De kennis van de specifieke problematiek rondom de operatiekamer is opgedaan tijdens de workshop in de vorm van lezingen, excursies en de in deze periode aangereikte literatuur. Er is veel wetenschappelijk onderzoek gedaan naar de diverse aspecten van de operatiekamer waarbij bijvoorbeeld de wens om het contaminatiegevaar te reduceren soms tot verschillende uitkomsten heeft geleid.
Ons is opgevallen dat het ontwerp van de operatiekamer tot dusver vaak een optelling is van diverse deeloplossingen. Daarbij zijn de afzonderlijke problemen vaak nog duidelijk af te lezen aan het ontwerp en is er geen sprake van een integratie.
Ons ontwerpteam heeft zich tot doel gesteld een integraal ontwerp te maken waarbij het ontwerp meer is dan de som van de afzonderlijke delen.’Optimaliseer het opereren en niet de organisatie die het opereren organiseert.’
Uitgangspunt is het formuleren van een duidelijke probleemstelling. Op basis daarvan zijn er een aantal ontwerpvragen gesteld die voordat het ontwerppotlood ter hand werd genomen beantwoord moesten worden.
Het antwoord op deze vragen en de tijdens de workshop opgedane kennis zijn in een aantal brainstormsessies geanalyseerd en onderzocht op de ruimtelijke aspecten daarvan. Vanuit het vakgebied van de architectonisch ontwerper is hier een (vorm)hypothese uit gedestilleerd. Deze (vorm)hypothese is getoetst, daar waar nodig bijgesteld en dit heeft geleid tot het uiteindelijke ontwerp.
Probleemstelling
Het ontwerp van het traditionele OK-complex als hart van het ziekenhuis is niet meer geschikt om de wensen van patiënt en personeel centraal te stellen en de ontwikkeling van de huidige techniek te volgen. Het verplaatsen van chirurgische ingrepen -met beperkt risico- naar situaties anders dan het traditionele ziekenhuis maakt een ontwerp mogelijk waarin beide meer tot hun recht komen.
“De gezondheidszorg in de toekomst vraagt een verschuiving van operatie-complex naar kamers om te opereren”.
Vraagstelling
In welke architectonische uitwerking is de OK het meest geschikt voor haar -toekomstige- decentrale functie?
Hoe wordt de OK toekomst bestendig?
Hypothese
Een geïntegreerd ontwerp voor techniek en ruimte maakt dat de operatie-kamer een prettige (werk)plek voor mensen kan zijn.
Door flexibel en universeel te zijn wordt de OK geschikt voor mensen en apparaten die in aantal en variatie toenemen.
Naar aanleiding van de ontwerpvragen en hypothesen heeft er een brainstormsessie plaatsgevonden waarbij de vraag is gesteld of er een vorm kan worden bedacht die antwoord geeft op al deze vragen. De veronderstelde vorm (vormhypothese) is getoetst op alle deel-vragen en deelhypothesen.
Vormhypothese
Een opblaasbare ruimte met een specifieke vorm en materialisatie is overal inzetbaar, is een aantrekkelijke en efficiënte werkplek, is een prettige plek voor een patiënt en reduceert door z’n specifieke – klimaatbeheersing en – layout en de hieruit volgende spontane discipline het contanimatiegevaar.
Ontwerpvragen en hypothesen
Hoe kan de decentrale OK aansluiten op verschillende plekken of omgevingen?
Door een generiek en helder ontwerp is de decentrale OK overal inzetbaar.
Het ontwerp heeft een universeel karakter dat zich voegt naar de behoeften en situaties die zich in de toekomst voordoen.
Door de autonome vorm en het zelfvoorzienende karakter is de OK overal inpasbaar.
Hoe reduceer je contaminatie gevaren?
Door beperking van verstoringen ontstaat een optimaal klimaat voor de OK.
Een gelijkmatige luchtkwaliteit, het voorkomen van onnodige bewegingen en een spontane discipline bevorderen dit.
Door een gelijkmatige verdeling van lucht met een lage luchtsnelheid door de hele OK worden worden turbulenties geminimaliseerd. Door materiaaltransport en persoonsbewegingen door gescheiden luchtsluizen te laten plaatsvinden worden onnodige in-uit-bewegingen voorkomen.
Hoe wordt de OK een prettige plek voor de patiënt?
Door meer kamer dan machine te zijn ontstaat een prettige plek voor de patiënt.
Ruimte, vorm en materialisatie sturen de benodigde sfeer.
De ruimte is zoveel mogelijk vrij van apparatuur. Deze is geconcentreerd en overzichtelijk gerangschikt in een voorzieningenzuil. De ruimte blijft hierdoor ervaarbaar. Afbeeldingen of bewegende beelden kunnen rondom geprojecteerd worden op de ‘schil’ van de ok.
Hoe wordt de OK een aantrekkelijke werkplek?
De OK wordt een aantrekkelijke werkplek door onderdeel van ‘de wereld’ te zijn.
Ruimte, vorm en materialisatie maken het contact met buiten en/of collega’s mogelijk.
Door gaten of transparante zones in de ‘schil’ van de ok zie je collega’s of welk weer het is. De ok is daarmee geen -gesloten- wereld op zich.
Hoe wordt de OK een efficiënte werkplek?
Door letterlijk ruimte te geven wordt de OK efficiënter.
Een heldere logistiek en juiste ergonomie zorgt dat alles binnen handbereik is en beheerst verloopt. Onvoorziene interventies, ongehinderde zichtlijnen, optimaal licht…etcetera hebben allemaal ruimte nodig.
Een centrale concentrische lay-out optimaliseert de gebruiksmogelijkheden van basisvoorzieningen (van zuurstof, ok-lamp, anestesieapparaat tot kijkoperatie-projectie). Hierdoor ontstaat extra ruimte voor bijzondere -grote- apparatuur (bijvoorbeeld röntgen/scanners). De beschikbare (bewegings)ruimte voor chirurgen en ok-personeel wordt hierdoor vergroot.