Studie:
Ontwerpend onderzoek
Dit (ontwerpend) onderzoek is ingegeven door een ontwerpopgave. Niet een bestaande opgave maar een opgave die ontstaat wanneer verbanden gelegd worden tussen de ruimtelijke orde in Nederland op dit moment en de gevolgen van een veranderend gebruik en andere financiële dragers.
Dit (ontwerpend) onderzoek is ingegeven door een ontwerpopgave. Niet een bestaande opgave maar een opgave die ontstaat wanneer verbanden gelegd worden tussen de ruimtelijke orde in Nederland op dit moment en de gevolgen van een veranderend gebruik en andere financiële dragers. Problemen op het gebied van schaarse ruimte en hoge (grond)kosten, de infrastructuur en ‘beschermd landschap’ worden gekoppeld aan de betekenis van globalisering en mobiliteit maar ook aan vragen over woningtypologie, praktisch bouwen en ontwikkelingen op het gebied van duurzame manieren van energieproductie en afvalverwerking.
Deze verbanden lijken niet altijd even logisch en worden soms met grote sprongen genomen maar leiden wel tot nieuwe inzichten, oplossingen en nieuwe ontwerpopgaven. Zo roept bijvoorbeeld de projectie van de 4 x 4 villa in de EHS de vraag op wat de projectie van de villa in het verdwijnende agrarische cultuur≠landschap zou kunnen betekenen. Dit landschap niet in zín huidige hoedanigheid maar hoe dit verandert als het zín functie verliest en aan de wetten van natuur en klimaat wordt overgeleverd.
Daarnaast vereisen nieuwe inzichten ook een andere instelling. Zo vraagt de constatering dat de vraag naar woningen in een landelijke omgeving tussen 2000-2010 binnen de EHS gerealiseerd zou kunnen worden in een setting van 11,5 ha per woning om de acceptatie dat ‘groen’ niet alleen kijken en recreëren hoeft te betekenen maar ook wonen kan zijn. Belangrijker is misschien nog wel dat de kwaliteit in de vorm van een extreem lage dichtheid en stringente gebruiksvoorwaarden sturend moeten zijn om de EHS of natuurgebieden niet goedkoop en makkelijk als ‘super-villa-vinexen’ dicht te verkavelen. De neiging tot winstmaximalisatie krijgt andere ruimtelijke consequenties.
Het uiteindelijke architectonische model, daar waar het in belangrijke mate binnen een architectenbureau om gaat, roept wellicht vragen op maar biedt uiteindelijk een scala aan mogelijk≠heden. Niet alleen als villa in een landelijke omgeving, waarbij elke architectonische uitwerking binnen het ‘ecologische kader’ mogelijk is, maar misschien ook als model in dichtstedelijke verkavelingen of andere stedenbouwkundige configuraties. Daarnaast zou het model binnen het 4 x 4 concept nader onderzocht kunnen worden op z’n architectonische consequenties met betrekking tot alternatieve duurzame manieren van energieproductie en afvalverwerking.